- Er is sprake van een huurovereenkomst voor 5 jaar tussen de SRO en de Stichting Horeca Amerena die is ondertekend op 12-4-2018. Op 1-1-2019 worden er twee nieuwe huurovereenkomsten (een over 5 jaar vanaf 1-1-2019 en een herziene huurovereenkomst over 2018) getekend en wordt de overeenkomst van 12-4-2018 tenietgedaan. Voor zover Amersfoort2014 heeft kunnen achterhalen is daarbij sprake van een forse huurverlaging in de herziene huurovereenkomsten. Amersfoort2014 wil graag uitleg over de redenen en de argumenten om de huurovereenkomst van 12-4-2018 te herzien en de huurbedragen voor het horecadeel aan te passen. Hoe is een verlaging van de huur te rijmen met het uitgangspunt dat is opgenomen in de businesscase van 1 juli 2016 dat de horecaexploitant de horeca- en verenigingsruimte huurt tegen een marktconforme prijs?
- In de antwoorden van 2 juni 2019 geeft het College aan dat de Stichting Horeca Amerena gemaand is om verantwoording af te leggen over € 99.000 aan verstrekte subsidies in 2018. Dat geldt ook voor de Stichting Amerena die € 27.500 heeft ontvangen in 2018 voor het opstarten van de sportkaart. Zijn deze verantwoordingen inmiddels binnen en is het College bereid deze verantwoording ter beschikking te stellen aan de gemeenteraad, dan wel ter inzage te leggen?
- In de antwoorden van het College van 2 juni 2019 wordt als antwoord op vraag 15 geschreven dat de SRO desgevraagd heeft aangegeven dat er geen prognoses zijn gemaakt van bezoekersaantallen van de Amerena. Amersfoort2014 vindt het onbegrijpelijk dat er in het gehele proces om tot de bouw van de Amerena te komen en het proces om tot allerlei businesscases (exploitatie)te komen bij de gemeente en of andere partijen geen prognoses zijn gemaakt van het te verwachten aantal bezoekers aan de Amerena. Is het College het daar mee eens? Amersfoort2014 ontvangt alsnog graag deze prognoses.
- Op 1 juli 2016 is aan de achterbannen van de betrokken verenigingen ter instemming het document: ‘Gezamenlijke exploitatie van Sportcomplex Amerena, Amersfoort 1 juli 2016’ (ook wel businesscase Amerena genaamd) voorgelegd. In die businesscase, waarmee alle achterbannen hebben ingestemd, wordt onder het hoofdstuk exploitatie Horeca het aantal bezoekers aan de Amerena ingeschat op 725.000 per jaar! Daarvan zou dan 25% de horeca bezoeken: zo’n 180.000 bezoekers per jaar. Uit het antwoord op vraag 14 van 2 juni 2019 blijkt dat er op basis van de bezoekcijfers van 2018 jaarlijks zo’n 320.000 bezoekers te verwachten zijn, waarvan dan 25% de horeca zal bezoeken: zo’n 80.000 horecabezoekers. Dat is meer dan de helft minder van wat er in de businesscase van 2016 is aangegeven. Kan het College, als medeverantwoordelijke voor het betreffende document van 1 juli 2016 verklaren waarom de bezoekcijfers uit 2016 en 2018 zo uiteenlopen en wat de gevolgen daarvan zullen zijn voor de exploitatie van de Amerena en de horeca? Waarop waren de bezoekcijfers van 2016 gebaseerd? Door wie zijn deze bezoekcijfers destijds aangeleverd?
- Amersfoort2014 heeft via een ‘derde’ een overzicht ingezien van de exploitatie horeca Amerena, waarin niet alleen de omzet, maar ook de lasten van 2018 zijn opgenomen. In dat overzicht is sprake van een verlies van € 23.000 over 2018. In 2018 heeft de gemeente Amersfoort echter € 44.000 extra gestort in de exploitatierekening, waardoor er ineens sprake is van een fictieve ‘winst’ van € 21.000. Het bedrag van € 44000 staat niet vermeld in RIB 2017-044. Kan het College dit bedrag verklaren? Uit het overzicht blijkt verder dat in de jaren 2018 tot 2021 jaarlijks een structureel oplopend tekort dreigt te ontstaan tussen de € 20.000 en € 25.000 op basis van de huidige exploitatiecijfers. Is het College op de hoogte van een meerjarenexploitatieoverzicht? Zo ja, sinds wanneer? Zo ja, welke gevolgen heeft dat? Zo nee, waarom is het College hiervan niet op de hoogte? Kloppen deze cijfers? Als de cijfers kloppen: op welke wijze gaat het structurele tekort gedekt worden, zeker nu ook de jaarlijkse gemeentelijke horecasubsidie in de komende jaren wordt afgebouwd?
- Volgens de businesscase uit 2016 zouden er jaarlijks zo’n 9250 aan verenigings- en professionele vrijwilligersuren worden ingezet in de algemene horeca. Nu blijkt uit het antwoord op vraag 4 van 2 juni 2019 dat er in 2018 slechts 3800 uren door deze vrijwilligers zijn ingezet in 9 maanden. Dat zullen over 12 maanden dan zo’n 5000 uren zijn. Dat is bijna de helft van wat er in de businesscase was weergegeven. Wat is de verklaring voor het feit dat slechts de helft van de vrijwilligersuren zijn ingezet in de algemene horeca? Is dit mede een oorzaak van het feit dat de horeca met de tussentijdse toestemming van dit College niet meer open is van 7.00 tot 23.00 uur om zodoende kosten te besparen van extra uren professionals en professionele oproepkrachten?