
09 juni 2020 (2020-074) en 9 juli 2020 (2020-134) over de met asbest vervuilde grond bij de zgn. Vosheuvelscholen (SO De Klimboom en VSO Beekdal). De niet-vertrouwelijk stukken, die ter inzage zijn gelegd, en de schriftelijk verstrekte antwoorden zijn aanleiding tot een aantal vervolgvragen.
- de geringe waarde van het betreffende VOAS onderzoek (NEN-5707);
- de niet na 3 april 2020 extra geteste restgrond die op bepaalde gevoelige locaties in de gemeente is gestort;
- de nog niet beantwoorde vragen;
- de getroffen maatregelen bij het aantreffen van asbest in relatie tot het gemeentelijke bodembeleid (Nota Bodembeheer 2013);
- de vraag of de financiering van de budgetoverschrijding van ruim € 600.000 door de scholenkoepel wel of niet valt binnen het in 2006 vastgestelde investeringsverbod primair onderwijs en op welke wijze de gemeente Amersfoort heeft getoetst
- Is het college bekend met het feit dat het zgn. NEN5707 bekend staat als een ‘verkennend en minimalistisch onderzoek ( 20 willekeurige schepjes grond op 3700m3)?
- Is het college bekend met het feit dat dit eenvoudige, minimalistische en goedkope (€ 300,-?) verkennende onderzoek, geen enkele zekerheid biedt voor grote oppervlaktes zoals het betreffende schoolterrein? Zo ja, waarom wordt er dan er geen intensiever grondonderzoek gedaan?
- Kan het college aangeven wat de kosten van dit betreffende NEN5707 onderzoek waren?
- Kan het college op basis van zo’n summier NEN5707-onderzoek de ouders/leerlingen de zekerheid geven dat er geen asbest zit in de grond op het schoolterrein? Graag met ja of nee antwoorden met onderbouwing!
Vraag 2:
Vraag 3:
- Is deze forse overschrijding van dit nieuwbouwproject gemeld aan de gemeenteraad?
- Waarom wel of niet?
- Op welke wijze heeft de gemeente gecontroleerd of het zgn. investeringsverbod PO uit 2006 wel of niet is overtreden bij de financiering van de budgetoverschrijding?
- Indien er reserves zijn ingezet door de scholenkoepel om de budgetoverschrijding te financieren, moeten deze reserves zijn opgebouwd voor 2006.
Vraag 4:
Vraag 5:
- Waarom verschillen deze constateringen?
- Graag aangeven waar deze vervuilde grond echt vandaan komt
Vraag 6:
Vraag 7:
‘Voor toepassingen van grond ter plaatse van gevoelige bodemgebruiken (bijvoorbeeld wonen met tuin, onverharde kinderspeelplaatsen, intensief gebruikt openbaar groen en moes-/volkstuinen) en in opdracht van de gemeente, is het niet toegestaan zintuiglijk of analytisch met asbest verontreinigde grond (in een gehalte minder dan 100 mg/kg ds -gewogen-) toe te passen. Deze eis is ook opgenomen in de randvoorwaarden voor locatieontwikkeling.’
Waarom is het in dit specifieke geval niet van toepassing dat, zoals in ons eigen gemeentelijke beleid is in 2013 vastgesteld, deze grond niet gebruikt mag worden?
Vraag 8:
- Heeft het college het NEN5707 onderzoek ook toegepast op de de vermelde locaties in 2020-134?
- Zo nee, waarom niet?
- Zo ja, wat was het resultaat?
Vraag 9
- Is deze informatie juist?
- Door wie is dit verzoek gedaan?
- Is het college bereid om in het vervolg ingediende WOB-verzoeken terstond aan de gemeenteraad te melden en deze ter inzage te leggen voor de gemeenteraad?
- Zo nee, waarom niet?
